2 maart 2011

Kapellenfestival 2011 – Toet’n en Bloaz’n in Old’nsoal

Toen ik een jaar of acht geleden besloot als passief (consumerend) lid toe te treden tot de toch al weinig fanatieke roeiploeg De Koningsche Vier in Groningen, telde mijn vriendengroep plots meer kansarme exoten dan de huidige selectie van Vitesse. Zo kwamen Luuk, Thijs en Paul uit Oldenzaal, dat afgaande op hun tongval in het oosten moest liggen. En ver ook.

In Oldenzaal, begreep ik al snel, wordt jaarlijks een kapellenfestival georganiseerd, waarover niet veel meer verteld werd dan dat er dan in een grote tent onmeuhnig veel bier gedronken wordt. Net iets voor mij, dus dat het nog acht jaar geduurd heeft voordat ik hier nu dan voor het eerst zou aanschuiven, mag gerust een godswonder heten.

Maar goed, 2011 zou mijn jaar worden. Boer’nkiel oan, boer’nkoal d’rin en soep’m. Finally. Maar zover was het nog niet. Traditiegetrouw begint het kapellenfestival namelijk the day before, met een bodempje bami en een bloedfanatiek bierspel in de kelder van de ouders van Paul. Dat klinkt als een op z’n minst twijfelachtige traditie, maar die kelder is een kroeg, wat wellicht het een en ander verklaart. Wellicht ook niet.

Of het daarna nog leuk stappen was weet ik niet meer, maar de zondag brak aan en er stond een kuub kool op het vuur, dus voor reflectie bood het programma überhaupt geen ruimte. Een bodem heeft pas nut als er iets op ligt, dus vooruit, nog maar een bierspelletje. Is die tap ook niet voor niets gehuurd.

Het is een uur of 13 als we ons langzaam en vrij onzeker richting tent begeven, waar het festival al in volle gang is. Blaasorkestjes, cowboys, indianen, zebra’s, dansmariekes, clowntjes, acrobaatjes en volwassen (sort of) mannen met grote, zwartzilveren tooien op het hoofd. Kapellenfestival Toet’n en Bloaz’n heeft alles met carnaval te maken. Who knew?





Van gebroederlijk aan een houten tafel drinkend de ondergang tegemoet is het nooit gekomen. De groep van een mannetje of twaalf versplinterde vrijwel direct, en de aanwezigheid van een tweede tent kwam de overzichtelijkheid niet ten goede. Ach, voor de dierbare herinnering sta je niet op Kapell’n. Dan maar even een kijkje nemen bij de blaasorkestjes. 

Hoe ze hun best ook deden op dat podium, mijn muziek is het niet. But then again, voor de muziek was ik hier net zo min. Nog maar een pilsje dan, en waar is de rest eigenlijk?

Sinds afgelopen woensdag ben ik wel grotendeels hersteld. En dat is maar goed ook, want komende zaterdag wacht het echte carnaval in Zwolle. Op hoop van zegen: Alaaf!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten